Neem contact op

Stedelijke vernieuwing

Themagroep Stedelijke vernieuwing

Voor de G40 zijn stedelijke vernieuwing en vitale en leefbare wijken al jaren belangrijke speerpunten. De themagroep wil dan ook nadrukkelijk het thema stedelijke vernieuwing ‘terug op de agenda van het Rijk’ brengen. En expliciet aandacht vragen voor stedelijke, gevarieerde en onderscheidende woonmilieus.

Op basis van onderzoeken en inzichten van onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau heeft Agenda Stad (in overleg met de G40) verschillende prioritaire vraagstukken in kaart gebracht. Dat resulteert in de verkenning van zeven voorgenomen City Deals. Deze vind je onder: City Deals in voorbereiding.

Agenda Stad en de Europese Urban Agenda geven beiden een impuls aan stedelijke vernieuwing en brengen het belang van de middelgrote stad onder de aandacht. De themagroep stedelijke vernieuwing werkt aan de thema’s Leefbare en Vitale wijken en Stedelijke transformatie.

Leefbare en Vitale wijken

Waar staan we?

In kwetsbare wijken stapelen de problemen zich vaak op. Deze hebben te maken met onderwijs, werk/armoede/inclusie, veiligheid/ondermijning, wonen en gezondheid. Een integrale aanpak is nodig om de leefbaarheid te verbeteren en om kwetsbare bewoners te helpen.

In deze wijken is de kansenongelijkheid, het zich ‘niet gehoord voelen’, het gebrek aan  perspectief en daardoor het onvoldoende kunnen deelnemen aan de samenleving het grootst. En, zoals het advies van de RLI, Toegang tot de stad, heeft laten zien, is de stad voor een groter wordende groep mensen steeds minder toegankelijk: zowel de woningmarkt, de arbeidsmarkt en als de samenleving als geheel. Deze mensen voelen zich er niet meer welkom, doen minder vaak mee aan activiteiten. Daarbij komt dat laagdrempelige voorzieningen steeds meer verdwijnen en (openbaar) vervoer de plekken waar kwetsbare mensen niet bereikt. Bovendien wordt het leven in de stad steeds duurder.

De G40 is de afgelopen jaren blijven investeren in een integrale aanpak voor leefbare en vitale wijken. Ze heeft diverse onderzoeken en aanpakken laten uitvoeren, actief opgeroepen tot het interbestuurlijke programma Leefbaarheid & Veiligheid[1] en zich hard gemaakt voor een bijdrage van het Rijk (Volkshuisvestingsfonds). Met dit fonds kan de verbetering en verduurzaming van de particuliere voorraad, inclusief ontzorging van de particuliere eigenaren, onderdeel worden van de gewenste integrale aanpak van de kwetsbare wijken.

In 2021 deden burgemeesters uit 15 steden gezamenlijk een oproep aan het kabinet met het Manifest kom op voor de meeste kwetsbare wijken. Dat roept het het kabinet (Rutte III en IV) op om de urgente, veelal gestapelde problematiek in de kwetsbare wijken het hoofd te bieden. Met een gezamenlijke, integrale, structurele en generaties lang volgehouden aanpak, ontkokerde rijksbijdragen en passende, innovatieve regelgeving.

Wat moet er gebeuren?

Het is belangrijk dat er draagvlak is bij het nieuwe kabinet voor het interbestuurlijk programma leefbare en veilige wijken. En om in samenhangende aanpak te werken aan leefbaarheid, bestaanszekerheid, kansengelijkheid, het voorkomen en bestrijden van ondermijning. En zo te investeren in de leefomgeving én in mensen.

Ook is het nodig dat gemeenten, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties zich inzetten in gebiedsgerichte aanpakken en hun samenwerking versterken: van beleidsontwikkeling tot interventies. Er is behoefte aan een structurele infrastructuur (“de basis op orde”) voor wonen, welzijn, zorg en veiligheid op wijkniveau en aan passende instrumenten en financiering van het Rijk. De publicatie Samenwerken aan leefbare en vitale buurten. ‘Zo doen we dat!’ deelt een aantal succesvolle samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, woningcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties en inwoners.

Samenwerking met zorg- en welzijnspartijen is essentieel. Niet alleen om de leefbaarheid, de individuele woon- en leefsituatie en het toekomstperspectief van huishoudens te verbeteren, maar ook om toekomstige zorg- en ondersteunings kosten te verminderen. De G40 draagt door haar regierol daar actief aan bij.

Mensen uit kwetsbare groepen vinden hun woonplek en de woonomgeving vaak onveilig, onaantrekkelijk en ongezond en de voorzieningen schraal. Dat vraagt om een maatschappelijk debat over de betekenis van een aantrekkelijke, gemengde wijk en de mate van sociale cohesie voor bewoners.

Wat geven we bestuurders mee?

Werk aan een toegankelijke, rechtvaardige stad waarin burgers zich thuis en gehoord voelen. Voorkom zo dat een belangrijk deel van de burgers afhaakt. Zet in op continuïteit en verbreding van reeds ingezet beleid door een integrale wijkaanpak en het interbestuurlijke programma leefbare en veilige wijken. Verstevig het fundament dat daarvoor nodig is door:

  • Domeinoverstijgend, gebiedsgericht, horizontaal en verticaal te denken, werken en handelen.
  • Een maatschappelijk debat over de gemengde stad: wat is dat en hoe uiten we dit, ook politiek.
  • Samen te investeren in een rechtvaardige en toegankelijke stad voor iedereen.

Ministeries, wooncorporaties, zorg- en welzijnspartijen en gemeenten kunnen hierin met bewoners een doorbraak forceren: de opgave voor kwetsbare wijken is namelijk van ons allemaal.Bekijk vanuit het perspectief van de wijk en haar bewoners wat er nodig is voor meer leefbaarheid, veiligheid, bestaanszekerheid, kansengelijkheid en (gezond) toekomstperspectief. Neem een voorbeeld aan “een thuis voor iedereen’, dat het vraagstuk van huisvesting en begeleiding van aandachtsgroepen benadert vanuit de lokale situatie. Daar komt  alles samen. Bij gemeenten, woningcorporaties en maatschappelijk partijen. Bedenk van daaruit samen de oplossingen, niet vanuit de departementen afzonderlijk. Benut de kansen die er zijn. Ga als dienstverlenende overheid naast de burger staan, lever maatwerk en biedt mogelijkheden om gebiedsgericht te handelen en aan te pakken.

[1] Het interbestuurlijke programma Leefbaarheid & Veiligheid werkt samen met gemeenten en ministeries BZK, J&V, OCW, SZW en VWS is mede door deze lobby ontstaan. Het programma verkent nut, noodzaak en mogelijkheden van een integrale maatwerkaanpak van deze stedelijke vernieuwingsgebieden en een meerjarige Rijksinzet. Waar nodig en mogelijk wordt ook al een concrete invulling gegeven aan die Rijksinzet. Het programma sluit aan bij het offensief vanuit J&V tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. In het programma zijn 16 stedelijke vernieuwingsgebieden aangewezen, waarvan iets meer dan de helft in een G40 gemeente ligt. Naast een verkenning en benutting van een integrale aanpak voor deze 16 gebieden worden ook gebiedsgerichte handelingsperspectieven en verkend en beproefd door ervaringsgericht leren, kennisdeling en (bewoners)participatie.


Stedelijke transformatie

Waar staan we?

Het landelijke en meerjarige programma Stedelijke Transformatie geeft uitvoering aan het Manifest Binnenstedelijke Gebiedstransformaties, dat G40 met andere partijen2 in maart 2017 ondertekende. De uitvoering hiervan ligt bij Platform31 en de TU Delft (Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling) zorgt voor onderzoek en de verankering in onderwijs. 

Overheidspartijen, marktpartijen en kennisinstellingen werken in dit programma amen om gemeenschappelijk problemen te doorgronden en op te lossen. Daarnaast is doel om  binnenstedelijke transformatie projecten versneld tot uitvoering te brengen en de opgedane kennis in het onderwijs te verankeren. 

Het programma Stedelijke Transformatie wil de woningproductie binnen de bestaande stad versnellen en opschalen. Het programma richt zich op binnenstedelijke gebiedstransformaties. Zo krijgen verouderde plekken en onbenutte locaties een nieuw leven. We maken ruimte voor wonen: door nieuwe woonmilieus toe te voegen aan de stad, spelen de steden in op de grote, diverse woningvraag. En op actuele maatschappelijke vragen, zoals de gewenste woningbouwprogrammering, multifunctionele gebiedsontwikkeling, de energietransitie, de groene opgave, mobiliteit en arbeidsmarkt

Met het programma “Stedelijke transformatie” zijn de afgelopen jaren effectieve en innovatieve aanpakken ontwikkeld. Het programma heeft onder andere de onrendabele toppen in binnenstedelijke transformaties onderzocht en daarvoor creatieve oplossingen aangedragen. Dit onderzoek vormde  tegelijkertijd mede de basis voor de Woningbouw Impuls die door het nieuwe kabinet zal continueren. Het programma heeft bijgedragen aan de vormgeving van die regeling. Veel G40-steden (kunnen) van die regeling en de daarover opgedane kennis profiteren. Recent zijn bijvoorbeeld een essay over participatie of een praktisch hanteerbaar stroomschema vergunning stikstof verschenen.

Wat moet er gebeuren?

Het komende decennium moeten er ca. 1 miljoen woningen bijgebouwd worden. Binnenstedelijke transformatiegebieden kunnen ongeveer een derde van deze opgave invullen. Bijkomend voordeel: met het transformeren van slechte, oude gebieden slaan we drie vliegen in één klap:

  1. Verbeteren we de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de stad: voor wonen, werken en verblijven (openbare ruimte, groen, behoud cultureel erfgoed);
  2. Zorgen we voor betere benutting van bestaande infrastructuur en voorzieningen en  voorkomen we versnippering van het landschap en nieuwe infrastructuur. We gaan onnodige automobiliteit tegen door beperking van de verplaatsingsafstand en stimuleren daarmee tevens het gebruik van duurzame/gezonde vormen van mobiliteit (fietsen en lopen);
  3. En realiseren tegelijkertijd die zo dringend gewenste woningen op binnenstedelijke locaties.

De opgave is groot, omdat we enerzijds zien dat de ‘gemakkelijke’ locaties (het laaghangend fruit) inmiddels zijn of worden ingevuld en de complexere locaties overblijven. Complex qua financiering, programmering en realisatie. Ook zijn er steeds meer signalen dat capaciteit en expertise rond gebiedsontwikkeling en -transformatie bij met name gemeenten schaars is (bijv. gemeentelijke projectmanagers, plan juristen, gebiedsontwikkelaars, ontwerpers, plan economen). In de vorige woningmarktcrisis is veel capaciteit en expertise weggelekt bij gemeenten. Deze is nu tijdens deze hoogtijperiode op de woningmarkt moeilijk weer binnen te halen. Mogelijk noodzaakt dat gemeenten tot een andere rol en andere vormen van samenwerking bij gebiedstransformaties.

Wat geven we bestuurders mee?

Een sterk bestuur en ambtelijke kwaliteit zijn noodzakelijk voor het versnellen van de binnenstedelijke opgave. Een duidelijke visie en heldere kaders zijn belangrijk bij de start van de beoogde gebiedsontwikkeling of – transformatie. Die dragen bij aan een goede samenwerking met andere partners in de gebiedsontwikkeling en versnellen het proces. 

Capaciteit en expertise bij gebiedsontwikkeling bij gemeenten zijn een zorgpunt. Daardoor verschuift de rol van gemeenten steeds meer naar die van regisserend opdrachtgever. Waarbij  andere partners zoals marktpartijen een deel van de uitvoering (bijv. het maken van een omgevingsplan of de uitwerking van een stedenbouwkundig plan) kunnen oppakken. Het is belangrijk dat gemeenten zich goed voorbereiden op deze nieuwe rol: integraal werken (ontkokering) is daarvoor een belangrijke voorwaarde. 

Daarnaast is het van belang te investeren in regionale samenwerking voor en zo bij te dragen aan versnelling van de woningbouwopgave. Goede voorbeelden hiervan zijnde Regionale Investeringsagenda’s (RIA’s) in de regio Arnhem/Nijmegen en Breda en de Verstedelijkingsstrategie van de Regio Groningen-Assen.

© 2024 G40 - Alle rechten voorbehouden